Apotheek Ritzen

Steegoversloot 30 3311PP Dordrecht Tel:078-6133916 Fax:078-6313803

Medische Encyclopedie

Inhoud

vigabatrine

Vigabatrine beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.

Artsen schrijven het voor bij epilepsie.

Wat doet vigabatrine en waarbij gebruik ik het?

Epilepsie

Er zijn verschillende vormen van epilepsie. Bij veel vormen is sprake van epileptische aanvallen, waarbij men het bewustzijn verliest en de spieren verkrampen. De spierschokken kunnen meer of minder hevig zijn. Soms zijn er geen spierschokken en is men alleen een paar seconden afwezig (absences).
Er zijn ook lichtere aanvallen zonder bewusteloosheid. Daarbij voelt u alleen tintelingen in een arm, hoort of ziet u dingen die er niet zijn, of zijn er lichte bewegingen (friemelen, smakken) merkbaar. 

Oorzaak
Bij een aanval van epilepsie verloopt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen niet goed. Prikkels in de hersenen kunnen hierdoor epileptische aanvallen veroorzaken.

Epilepsie kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld: zuurstofgebrek tijdens de geboorte, een hersenvliesontsteking, een ongeval, een beroerte of (zelden) een hersentumor. Bij een bepaalde vorm van epilepsie kunnen lichtflitsen (TV, computergames, discolicht) een aanval uitlokken. Meestal is de oorzaak echter onbekend en is er sprake van aanleg. De ziekte kan op elke leeftijd ontstaan maar begint meestal op de kinderleeftijd.

Behandeling
Er zijn verschillende medicijnen tegen epilepsie. Bij de keuze van een medicijn volgt uw arts meestal een schema, waarbij medicijnen in een vaste volgorde worden geprobeerd. Vigabatrine wordt meestal pas gebruikt als de eerste-keusmedicijnen bij epilepsie niet voldoende werken of te veel bijwerkingen geven. Het wordt dan gebruikt in combinatie met andere epilepsiemedicijnen.

Werking
Vigabatrine beïnvloedt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen. Het maakt de zenuwen minder prikkelbaar, zodat ze niet te snel reageren. Hierdoor helpt het bepaalde epilepsieaanvallen te voorkomen.

Effect
Dit medicijn werkt niet altijd bij iedereen. Na een aantal weken zal duidelijk zijn of het voldoende werkt. U merkt dat doordat epilepsieaanvallen minder vaak optreden en minder heftig zijn of helemaal verdwijnen.

Lees meer over epilepsie . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

Om de kans op bijwerkingen aan het begin van de behandeling te verkleinen, moet u starten met een lage dosering. De dosering wordt daarna geleidelijk opgebouwd.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Nauwer gezichtsveld. Vooral aan de kant van de neus ziet u minder aan de randen.

    Deze afwijking verdwijnt meestal niet meer en kan, ook na stoppen met de behandeling, nog verder verergeren. Meestal heeft u zelf niet in de gaten dat het gezichtsveld afneemt. Daarom zal de oogarts uw ogen regelmatig controleren.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Slaperigheid, vermoeidheid.

    Dit gaat meestal over als u een week lang dezelfde dosering gebruikt. Uw lichaam went er dan aan. Maar zolang de dosering nog wordt opgebouwd, kunt u last hebben van deze bijwerking.
    Voorkom ongelukken bij activiteiten thuis, op het werk en in het verkeer. Bijvoorbeeld wanneer u een ladder beklimt, apparaten bedient en op het werk iets bewaakt of controleert.

  • Gewrichtspijn

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn, duizeligheid.

  • Trillende handen of een doof of tintelend gevoel in de ledematen.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken of buikpijn.

    Dit kunt u voorkomen door het medicijn met wat voedsel in te nemen.

  • Gewichtstoename

    Soms veroorzaakt doordat u vocht vasthoudt.

  • Dubbelzien, wazig zien, veranderingen in het zien van kleuren en andere oogproblemen.

    Waarschuw bij oogproblemen uw arts.

  • Psychische klachten, zoals problemen met geheugen en concentratie, taalproblemen, agressie, opwinding, nervositeit, verwardheid of depressieve gevoelens. Mensen met schizofrenie, waandenkbeelden, hallucinaties of ernstige verwardheid (psychosen) kunnen meer klachten krijgen. Overleg met uw psychiater voor u dit medicijn gaat gebruiken.

    Zeer zelden hallucinaties, waandenkbeelden, ernstige verwardheid, manie (overdreven opgewektheid) of zelfmoordgedachten. Neem contact op met uw arts als u dit merkt. Als de dosering verlaagd wordt, gaat de bijwerking meestal weer over.

  • Moeilijker praten

  • Vasthouden van vocht (oedeem). Dit merkt u vooral aan opgezwollen enkels en voeten.

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Bloedarmoede, u merkt dat onder andere aan een extreme vermoeidheid, een bleke huid en slijmvliezen.

    Raadpleeg dan uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Bewegingsstoornissen, zoals een onzekere gang bij het lopen, evenwichtsproblemen, neiging tot vallen.

    Raadpleeg uw arts als u dit merkt.

  • Ontsteking van de lever. Bij hevige pijn in de bovenbuik, misselijkheid, een gele huid en geel oogwit, donkere urine en jeuk moet u direct een arts waarschuwen.

  • Huiduitslag

    Dit kan komen door overgevoeligheid, maar dat hoeft niet. Overleg met uw arts bij huiduitslag.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dat aan huiduitslag of galbulten. Raadpleeg dan uw arts.

    Zeer zelden kunt u zwellingen krijgen in het gezicht, lippen, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Waarschuw dan direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.
    Als blijkt dat u overgevoelig bent voor vigabatrine, mag u dit medicijn niet meer gebruiken. Geef dit aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik vigabatrine gebruiken met andere medicijnen?

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd zeker geen auto als u 2 of meer van dergelijke medicijnen gebruikt.

Twijfelt u eraan of bovenstaande wisselwerking voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals duizelig, suf, slaperig en moe zijn, problemen met het geheugen en concentreren, dubbelzien en wazig zien.

U mag de eerste week dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto zolang de dosering nog omhoog gaat. Pas nadat u 1 week dezelfde dosering heeft gebruikt, mag u weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen. Na 1 week dezelfde dosering gebruiken, zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten.

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Let op: als u epilepsie heeft, mag u vaak niet autorijden. Of u mag autorijden, hangt af van bepaalde keuringseisen. Overleg hierover met uw arts. Ook heeft het Epilepsiefonds meer informatie over het deelnemen aan het verkeer met epilepsie. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol kan de bijwerking van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u extra suf of slaperig worden. Gebruik daarom liever geen alcohol of drink minder alcohol als u dit medicijn krijgt.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Bespreek met uw arts uw kinderwens, voordat u zwanger bent. Bent u al zwanger? Neem dan direct contact op met uw arts.
Er zijn niet veel zwangere vrouwen die dit medicijn hebben gebruikt. Daarom is niet zeker wat de risico’s van dit medicijn zijn voor zwangere vrouwen en hun kind. Wel is bekend dat een epilepsieaanval schadelijk kan zijn voor de baby. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

Goede controle tijdens de zwangerschap is belangrijk. Soms is het nodig de hoeveelheid van het medicijn in het bloed te meten en de dosering aan te passen.

Gebruik in elk geval foliumzuur vanaf een maand voor het moment dat u zwanger wilt worden tot en met week 10 van de zwangerschap. U vermindert hiermee de kans op aangeboren afwijkingen.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Dit medicijn komt in de moedermelk terecht. Het is niet bekend of dit schadelijk is voor de baby. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Artsen schrijven vigabatrine meestal voor in combinatie met andere epilepsiemiddelen. Geef dan geen borstvoeding. Combinaties van epilepsiemiddelen geven meer kans op bijwerkingen bij de baby. Zoals niet goed willen drinken, overgeven, sufheid en prikkelbaarheid.

Als u dit medicijn toch moet gebruiken en u wilt borstvoeding blijven geven, is het belangrijk de baby goed te controleren op niet goed willen drinken, overgeven, sufheid en prikkelbaarheid.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?

  • De tabletten innemen met wat water, vruchtensap of melk.
  • De korrels (granulaat) eerst oplossen in een glas dat voor de helft gevuld is met water, vruchtensap of melk. De oplossing meteen opdrinken.

Wanneer?
U mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen. Dan vergeet u minder snel een dosis. Als u het 1 keer per dag gebruikt: bij voorkeur ’s avonds. Dan heeft u minder last van de sufheid en slaperigheid. Als u het 2 keer gebruikt: ’s ochtends en ’s avonds.

Hoelang?
U zult dit medicijn waarschijnlijk langdurig moeten gebruiken. Na enkele weken tot maanden zal uw arts met u bekijken of het voldoende werkzaam is. Het kan zijn dat de arts de dosering tussentijds aanpast. Verander in elk geval nooit zelf de dosering.

Terug naar overzicht